Goed is de grootste vijand van excellent – waarom we dit jaar radicaal hebben gestandaardiseerd

door | 24 december 2025

De jaarafsluiting is een natuurlijk moment om terug te kijken en de richting aan te scherpen. In de sport leerde ik iets belangrijks: evaluatie gebeurt doorlopend, maar de échte koerscorrectie plan je bewust in een rustiger seizoen. Deze periode voelt vergelijkbaar—alleen “rustig” is bij ons zelden van toepassing.

Goed is niet genoeg

In topsport kom je erachter dat succes vaak afhangt van de lastigste keuze: durven sleutelen aan dingen die al “goed” werken. Een slag die technisch nét niet klopt kan op een bepaald niveau prima zijn. Maar wil je naar de top, dan moet ook dat aangepakt worden. En dat is precies waar het pijn doet:
  • Op korte termijn ga je achteruit, want je stopt met iets dat wél resultaat gaf.
  • Verbeteren kost energie, focus en herhaling.
  • Standaardiseren voelt minder “sexy” dan nieuwe dingen bouwen, maar is wél wat groei mogelijk maakt.
In mijn werk zie ik hetzelfde. Het verschil tussen teams die doorpakken en teams die blijven hangen is zelden talent. Het is de discipline om het ‘goede’ weg te halen en te bouwen aan excellentie. En dat geldt ook voor onze eigen organisatie.


Onze les van dit jaar: focus door standaardisering. Dit jaar hebben we één les hard geleerd: focus, focus, focus. Niet meer overal maatwerk of losse aanpakken, maar volledige focus op onze standaardoplossingen—te beginnen bij planning in AFAS. Ons doel is helder: planning binnen één maand als module in AFAS volledig werkend krijgen. 

In de eerste helft van het jaar duurden implementaties regelmatig langer. In de tweede helft zagen we versnelling. Niet door harder te werken, maar door slimmer te werken:
1. Duidelijkheid voorafKlanten implementeren dit niet vaak. Wij wel. Dus we moeten vooraf niet alleen uitleggen wat we doen, maar ook:• wat we van elkaar verwachten,• wie wanneer welke input levert,• welke keuzes vooraf gemaakt moeten zijn. Onduidelijkheid is de grootste vertrager.

2. Goede fit tussen werkwijze en oplossing Als de manier waarop een organisatie plant niet aansluit op de gekozen inrichting, ontstaat “reparatiewerk” tijdens of na de implementatie. Dat vertraagt, frustreert en maakt adoptie moeilijker.

3. Adoptie stopt niet bij livegang Nieuwe software “staat” nooit vanzelf. Na livegang heb je checks & balances nodig: beheer, periodieke controles, en routinevorming in het team. Zoals onderhoud aan een huis: niet spannend, wel noodzakelijk.

Wat dit betekent voor ons in 2026?Om die standaard echt schaalbaar te maken, doen we drie dingen:

• Meer investeren in tutorials en implementatievideo’s, Zodat verwachtingen en stappen vooraf helder zijn en mensen sneller zelfstandig kunnen.

• Volledig duidelijke modellen in de oriëntatiefase en ‘sales’ faseZodat al vóór de start precies duidelijk is of en hoe we aansluiten—en wat er nodig is om succesvol te zijn. En klanten precies weten waar ze aantoe zijn

• Een onderhoudsplan standaard meegeven Niet alleen implementeren, maar ook borgen: rollen, controles, ritme, en adoptie. Excellentie is niet één grote innovatie.
Het is elke keer opnieuw kiezen voor wat werkt—en het dan zó standaard maken dat het herhaalbaar wordt.